Geschiedenis

Advertentie voor de Tefaf in NRC, Jacques Henri Lartique en één van de zweeftoestellen van Otto von Lilienthal in het Deutches Museum.
Advertentie voor de Tefaf in NRC, Jacques Henri Lartique en één van de zweeftoestellen van Otto von Lilienthal in het Deutches Museum.
27-02-2014 10:37

Tweeëntwintig februari was een wat druilerige dag.

Heel geschikt dus om nog eens aan de papierwinkel van de vloot te werken: zijn de inventarislijsten compleet, zijn in alle mappen een ‘Flug- und Betriebshandbuch’ aanwezig enzovoort.

Ondertussen valt de krant open en op een bladzijde met een advertentie voor één van de eigen acties van de slijpsteen: exclusief voor lezers….

Dat is op zich niet erg interessant. Een beurs of tentoonstelling van kunstvoorwerpen zal door de gemiddelde zweefvlieger niet zo gauw bezocht worden of gaan worden (tot mijn verassing kwam ik Raymond Teunissen een tweetal jaren geleden ineens tegen bij zo’ n gelegenheid).

Maar wel is het prikkelend dat er een illustratie wordt gebruikt van een zweefvliegtuig! De gebruikte foto is van de hand van een zekere Jacques Henri Lartigue (1894-1986), een bekende Franse fotograaf.

Het wekt de indruk als zou op deze beurs er een antiek zweefvliegtuig te koop staan.

Die dingen zijn overigens zelden nog in omloop. Van alle toestellen van de vermaarde Otto von Lilienthal is slechts een klein stukje van het originele doek nog te zien in het Deutsches Museum in München. Wel zijn daar een heel stel replica’s van zijn zweeftoestellen te zien.

Helaas, het ging dus niet om de zweverij maar om het onder de aandacht brengen van foto’s van deze gelauwerde fotograaf, die niet alleen de zweefvliegerij belichtte maar ook de hardrijderij in automobielen. Ook leuk.

Wat weet nu de gemiddelde zwever van de geschiedenis van het spel?

Ik durf te stellen: weinig of niets.

De naam ‘Von Lilienthal’ zullen de meesten van ons wel kennen (Leonardo de Vinci vermocht ik al eens aan de orde te stellen) maar daar houdt het waarschijnlijk wel mee op. Lieden als George Cayley, Octave Chanute en daarsgelijken verblijven in de donkerte van het onbekend zijn.

Dat is jammer.

Immers als de theorie het fundament van de praktijk is dan zou de geschiedenis wel eens het fundament van de theorie kunnen zijn.

En dat zou er voor pleiten om het vak ‘geschiedenis van de zweefvliegkunst’ te introduceren als examenvak voor het toekomstige LAPL (of hoe het ding straks zal gaan heten).

Rugier.

Emotie

1 augustus 2013 en (voor iedereen geboren na 1967) de hoes van Sgt Pepper’s lonely Heartclub Band.
1 augustus 2013 en (voor iedereen geboren na 1967) de hoes van Sgt Pepper’s lonely Heartclub Band.
24-02-2014 00:05

Would you believe in a love at first sight?

Yes I'm certain that it happens all the time.

 

In de uitwisseling van ervaringen, welke je plaats in de gemeenschap van zweefvliegers mede kleur geeft, zijn er verenigingen die hun leden de gelegenheid geven hun ‘grootste’ indruk of een anderszins kleurrijk detail den volke te tonen.

Meestal op een persoonlijke pagina van het betreffende lid op de website van de vereniging. Voorbeelden zijn de Gelderse en de Vereniging Historische Zweefvliegtuigen. Ongetwijfeld zijn er veel meer zusterverenigingen waar dat plaats vindt.

Hoe hoog, hoe lang, hoe ver, het aller spannendste, het saaiste (dat zal wel nergens maar staat er voor de volledigheid maar bij) en ga zo nog maar een tijdje door.

Meestal gaat het om een al of niet indrukwekkende prestatie, zoals het vliegen rond de Matterhorn of soortgelijke, voor normale stervelingen niet weggelegde, acties.

Minder vaak worden dichterlijkheden genoemd als het vliegen bij ondergaande zon. Zweefvliegers zijn kennelijk niet erg dichterlijk ingesteld.

Over mijn eigen grootste indrukkelijkheid is voldoende gezegd, de avond van 1 augustus 2013 (een overigens absoluut dichterlijke ervaring).  

Eergisteravond, zappend door de ether, vielen wij geheel per ongeluk in een niet in de radiobode opgemerkt programma: Nederland 3, 20:55 The Beatles: The Night that changed America.

De viering van het feit dat 50 jaar geleden de boys in de Ed Sullivan-show optraden, met grote gevolgen voor de Amerikaanse samenleving, leverde een in mijn ogen vooral ontroerend spektakel op.

Niet de minste traden er op, ik herkende alleen (dat ligt aan mij) Stevie Wonder.

Maar de twee overgebleven Beatles amuseerden zich opperbest en zongen uit volle borst mee.

In gedachte het niet meer gezamenlijk optreden, bijvoorbeeld waar iedereen op gehoopt had tijdens het ‘Live Aid ‘-evenement van Bob Geldof van jaren geleden, zaten wij op het puntje van onze stoel: zouden ze het deze keer wel doen?

Daartoe uitgenodigd sprong mijn collega trommelaar het podium op en zong en speelde er, wij laggen bijna in katzwijm. Daarna volgde ‘Yellow Submarine’.

Als dan Paul McCarthy, zichzelf begeleidend op piano, onder andere ‘I saw Her standing there’ zong lagen wij al half onder tafel van aandoening.

En dan. Het is niet waar!

Terwijl een legertje hoornisten inzette kwam Ringo Starr terug het podium op en zongen ze samen ‘Sargent Pepper’s lonely Heartclub Band’ dat geheel volgens het gangbare arrangement overging in ‘With a little Help from my Friends’, bestond er nog groter geluk?

Ja.

Ringo Starr ging achter zijn drums zitten en speelde en zong, meer dan 40 jaar na hun laatste gezamenlijke optreden, samen met Paul McCarthy ‘Hey Jude’.

Een vooral ontroerend spektakel, die twee oude mannen….

Rugier.

reacties  0 reacties reageren

Leonardo

Judy Leeden hangend aan Leonardo’s zweeftoestel.
Judy Leeden hangend aan Leonardo’s zweeftoestel.
21-02-2014 11:34

Eens schijnt de ‘homo universalis numero uno’ te hebben gezegd (hoewel hij de middelen ertoe had) dat de mensheid nog niet toe was om te gaan vliegen.

Leonardo da Vinci heeft de nodige vliegtoestellen ontworpen. Sommigen zijn zelfs door niet-vliegers wel te herkennen als zonder enige realiteitsgehalte, anderen zouden wel eens tot de meer realistische voorstellen kunnen worden gerekend.

Zo heeft dus een aantal jaren geleden een aantal enthousiastelingen één van die voorstellen uitgewerkt en met de materialen, die Leonardo da Vinci ter beschikking stonden (hout, touw en zeildoek), het toestel nagebouwd.

Judy Leeden, erkend zeilvliegster heeft met het ding gevlogen, weliswaar afgetuid maar ze heeft ermee gevlogen.

Hoe veilig was dat? Waar lag de grens tussen ‘utter idiocy’ en ‘berekend risico’?

Veiligheid in al zijn facetten en verschijningsvormen kunnen zich in een groeiende belangstelling verheugen getuige de aandacht die recent aan het onderwerp gegeven werd en in groeiende mate zal gaan worden.

Zo begon Chris de Jong, secretaris van de Terletse zusterclub op de T-strip, een draadje op de website van de Gelderse met een verwijzing naar een verhaal van Bruno Gantenbrink, gelauwerd zweefvlieger.

Desgevraagd vertelde deze Gantenbrink dat er wel eens werd gezegd dat het veel risicovoller was om naar het veld te gaan dan tijdens het beoefenen van het spel zelf.

Terugkijkend op zijn loopbaan als zweefvlieger bedacht hij dat van zijn bekenden er geen één een ernstig ongeluk was overkomen van huis naar veld. Zelfs dat er geen één een ernstig ongeluk was overkomen op weg van werk naar huis.

Maar dat van zijn vrienden en bekenden in de zweverij er een slordige 30 (en dat is er één per jaar ongeveer!), waaronder bekende en ervaren vliegers, het spel niet overleefd hebben.

In de zweverij begint de roep om herbezinning op het aspect ‘veiligheid’ luider en luider te worden.

Nu, gedwongen door de invloed van ‘Europa’ en de daaropvolgende omschakelingen, zal dat hopelijk gaan leiden tot het gaan ervaren van veiligheidsaspecten als een volstrekt tot de dagelijkse aspecten van het zweefvliegen behorend onderdeel.

Zelf denk ik (en wie niet met mij): ach, mij overkomt toch niks?

Rugier.

reacties  0 reacties reageren

Tooltje

Het tooltje van Rik.
Het tooltje van Rik.
10-02-2014 08:27

Terlet, ergens in 2013.

Plok.

Stik (in werkelijkheid zei ik waarschijnlijk iets anders…). Bij het uit de aanhanger rijden van een vleugel viel deze uit de strop, waarmee ‘ie aan de rails hangt, systeem Langenfeld voor ingewijden.

Er is niets dat de strop doet meegaan met de vleugel als je er te hard aan trekt bij het uit de aanhanger trekken van de vleugels en dan valt de vleugel uit de strop en in de steun.

De oplossing was een touwtje aan de strop knopen en iemand, een argeloze voorbijganger, te vragen hieraan te trekken tijdens dat uit de aanhanger trekken.

Het bezwaar ervan is dat je weer een extra persoon, die voorbijganger, nodig hebt om een vliegtuigje te monteren, maar dat terzijde.

Dat touwtje is een aanpassing. Aanpassingen bedenken zweefvliegers te over. Soms hele handige, soms wat minder handige, soms ronduit onhandige.

Private owners (het zou mooi zijn daar eens een adekwate of adequate Nederlandse term voor voorgeschoteld te krijgen) zijn inventief als het op het bedenken van aanpassingen gaat.

De kampioen is Rik Mooi.

Zijn aanhanger is een bron van ontwerpnijverheid.

En Rik is ook gul in anderen mee te laten delen in de vruchten van zijn brein.

Zo is het bijvoorbeeld altijd een beetje geklooi om de staart op te tillen, de aanhanger is eigenlijk te laag om in te staan en zeker om dan enige kracht uit te oefen zoals bijvoorbeeld het tillen van staarten van vliegtuigen. Het is nog slecht voor je rug ook.

Rik heeft dus een tooltje bedacht. Dat tooltje zet je vast met de belangrijkste bout van het vliegtuigje (waar het stabilo mee vergrendeld is) en haakt om de twee pennen waar het stabilo aan de achterzijde mee aan het vliegtuigje vast zit. Gemaakt van een fietsstuur. En zo dat je een goede greep hebt op de staart van je vliegtuigje.

Je moet er maar op komen,

Rugier.

reacties  0 reacties reageren

Winteronderhoud V

Links de vochtschade aan de torsieneus van de vleugel van de Ka8 en rechts het scheurtje in het rolroer van de Ka13.
Links de vochtschade aan de torsieneus van de vleugel van de Ka8 en rechts het scheurtje in het rolroer van de Ka13.
05-02-2014 10:44

Westerlee, 29 januari 2014.

Net als in de grote mensenwereld valt het in de wereld van de zwevers af en toe tegen.

Bij een laatste inspectie van de vleugels van de gele Ka8, ook wel liefkozend genaamd ‘Kleine Kanarie’, bleek er lakschade te zijn ontstaan door inwerking van vocht.

Bij de D-inspectie, de jaarlijks uit te voeren inspectie om een verlenging van het ARC te bekomen, moeten alle onderdelen, waar vochtschade kan ontstaan, nauwkeurig worden bekeken.

Alle constructiedelen waar hout, kunststof of linnen in voorkomen worden in het bijzonder op vochtschade gecontroleerd.

En dan kan het voorkomen dat een onderdeel dat ogenschijnlijk er fris en vrolijk bijstaat aan vochtschade onderhevig is.

Dat betekent de verweerde delen verwijderen, meestal alleen maar opschuren, opnieuw in de grondlak zetten en vervolgens aflakken.
Een ander veel voorkomend euvel is scheurvorming.

Overal waar spanningspieken in de constructies voorkomen is er kans op scheurvorming. Zo bleek bij diezelfde D-inspectie van de vleugels van de gele Ka13, de ‘Grote Kanarie’, er een scheurtje te zijn opgetreden in een rolroer.

Hier volstaat niet om met wat schuurpapier en verf de schade te lijf te gaan, het is net als met een autoruit. Het scheurtje wordt langer en langer als er geen versterking in wordt aangebracht.

In dit geval moet er dus ruimte worden gemaakt, glasvezelmat met polyester in aangebracht, opgevuld en vervolgens afgelakt.

Tegenvallers, die zorgen voor extra werk aan de vloot,

Rugier.

Buitenlanding

Uitzicht na de landing.
Uitzicht na de landing.
03-02-2014 10:32

Lesce-Bled, 30 januari 2014.

Het was mooi weer, prettige wolken aan het Tjechische zwerk, aangename temperatuur, de voorspellingen goed voor een vlucht van ongeveer 100 kilometer met als doel weer terug te komen op het vliegveld van uitgangspunt.

Precies om 12 uur rolt het sleepvliegtuig de baan op en vertrekken we.

Na een stukje rechtuit maken we een bocht naar links, weer rechtuit, bocht naar rechts en op 700 meter ten opzichte van het veld trek ik ‘m eraf en vlieg naar de eerste wolk.

Die doet niks. Hmm. Dan de tweede, in de goede richting. En die doet het wel, met een paar minuten zit ik op 1300 meter boven het veld van vertrek.

Aan deze wetenschap heb je overigens niet zo heel veel in een heuvelachtig gebied. Radar zou handig zijn, nu moet ik het doen met hoogte schatten.

Volgende wolk. Niks. Dan maar de volgende (die hele mooie hangt boven een heuvelrug en moet ik overslaan). Niks, nada. Hmm, dit is minder leuk.

De volgende, een aarzelend piepje van de vario. Hmm. 700 meter heb ik echt al niet meer. En er is niets meer binnen bereik.

Dat wordt buitenlanden. Buitenlanden! Het moest er een keer van komen. Er is voldoende vrije gebieden tussen de bomen maar de vlakheid van het terrein is absoluut niet te zien.

Kiezen, Rugier en niet verder dralen.

Er ligt een vrij terrein (van veld zou ik niet durven spreken), vrije inzweef, geen bomen, geen vee, geen oogstbalen, voorlopig kan het goed aflopen.

De snelheid is wel erg hoog, gelukkig daalt een ASW 28 als een steen als je even vol kleppen trekt en weer met 90 hele kilometer nadert.

Twintig meter, tien, vijf, het terrein ziet er behoorlijk vlak uit en ook nog goed horizontaal.

Touch down, het einde van het terrein komt rap nader maar de rem werkt op deze wei (want dat blijkt het gewoon te zijn) briljant en met een licht zwaaiende koers kom ik tot stilstand: ik heb m’n eerste buitenlanding gemaakt!

En ook de wijze les van Ome Rolf meteen in de wind geslagen: landen? Waar? Bij de boerderij natuurlijk! Hoe kom je anders aan een pilsje?  

Rugier.

Naschrift: het is bedrieglijk echt, zo’n Condor simulator….

reacties  0 reacties reageren